Reddingsbrigade.
Iedere steenkolenmijn in Limburg had zijn eigen reddingsbrigade. De reddingsbrigade bestond uit een selecte groep die gekozen was uit alle lagen van de mijn zoals houwers, schietmeesters, beambten, enz. De maximum leeftijd van de manschappen was 45 jaar en men moest ieder jaar een zware medische keuring ondergaan. Uiteraard moest er ook geoefend worden en dat deed men iedere maand, bovengronds in een rookkamer, in de leermijn, maar ook ondergronds. Naast de praktische oefeningen was er ook veel theorie en EHBO. Elke ploeg bestond uit 5 a 6 manschappen en een ploegcommandant. De zogenaamde "leider van de reddingsbrigade" had de algehele leiding over de ploeg. Bij de Staatsmijnen had men de beschikking over het Draeger reddingstoestel BG, model 160A. Dit toestel weegt zo'n 17 kilo en had de beschikking over een voorraad van 300 liter zuurstof die zich onder een druk van 150 atmosfeer bevind. De gebruiksduur van dit toestel was 2 uur á 3 uur. Het is een "kringloop" toestel en dat wil zeggen dat de ademlucht tot een kringloop wordt gedwongen door de longwerking zodat er steeds gebruik werd gemaakt van dezelfde lucht. De drager heeft dus qua ademhaling niet te maken met zijn omgeving, hetgeen hem in staat stelde door te dringen tot elke plaats. In het kort komt de werking van het toestel hier op neer: bij de inademing halen de longen de zuurstof uit de ingeademde lucht en geven er koolzuur voor terug. Bij uitademing passeert de lucht een alkalipatroon en daar alkali de eigenschap bezit koolzuur op te nemen, is de lucht weer geschikt om in te ademen, vooropgesteld dat er verse lucht aan wordt toegevoegd. Voor dit laatste draagt de zuurstofcilinder zorg. Het spreekt vanzelf dat de toestellen zich dienden te onderwerpen aan een geregelde en zeer nauwgezette controle van het personeel in het redding gebouw. Niets mocht aan het toeval worden overgelaten en zelfs het kleinste mankementje dat de redding man in zijn verantwoordelijke taak zou kunnen storen, moest worden verholpen. De reddingsbrigades van elk van de 4 Staatsmijnen hadden de beschikking over ongeveer 33 reddingstoestellen. Hier onder ziet u foto's die betrekking op de reddingsbrigade.
( foto's niet kopiëren i.v.m. auteursrechten, Auteurswet 1912 )
⚒
Zeer unieke miniatuur, hand gemaakt reddingstoestel van het model Draeger BG, model 160A. Is afkomstig uit Hongarije uit 1956. Examen project. © www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
Persluchtmaskers die van rubber werden gemaakt. Deze is afkomstig van de Staatsmijnen.
© www.gluckauf.nl
© K / www.gluckauf.nl
© K / www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
Zelfreder deze had elke man bij zich.
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© Simons./ www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
© www.gluckauf.nl
Reddingtoestel M.R. 2. Dit model werd in de laatste jaren van de Mijnbouw in Limburg aan gekocht. Deze is afkomstig van de Oranje Nassau Mijnen. En werd na de mijnsluiting aan een Duitse Mijn verkocht.
© www.gluckauf.nl
Klik op een link om de betreffende pagina te open.
Lijst van Vereniging van Reddingsbrigadeleden van de Staatsmijn Emma.
Rariteiten over de reddingsbrigade.